Ouderschap

Borstvoeding geven: advies voor borstvoeding bij pasgeborenen

Het is zover, je baby is geboren. Jullie zijn alle drie - mama, papa en baby - emotioneel. Gedurende de eerste dagen of weken ga je hem leren kennen, en als je gekozen hebt voor borstvoeding, zul je langzaamaan je ritme vinden.

Borstvoeding geven: moedermelk

Moedermelk is de perfecte voeding voor je baby. Het bevat alle voedingsstoffen die je baby de eerste dagen van zijn leven nodig heeft en is snel en eenvoudig te verteren. Het bestaat uit eiwitten, vetten, suikers, vitaminen, mineralen en water.

Moedermelk beschermt. De samenstelling ervan is gezond, veilig en bacterievrij: de baby kan er dus niet ziek van worden.

Het bevat infectieremmende stoffen die infecties helpen voorkomen. Kinderen die borstvoeding krijgen, hebben ook minder vaak last van diarree, infecties van de luchtwegen en oorontsteking dan kinderen die flesvoeding krijgen.

Moedermelk verandert door de tijd heen

Vanaf de zevende maand van de zwangerschap produceert de borst colostrum. De productie hiervan gaat in de eerste dagen na de bevalling door. Dit is dik en geelachtig, of heeft een lichte kleur, en wordt in kleine hoeveelheden geproduceerd. Colostrum voldoet aan alle behoeften van de pasgeborene vanaf de eerste dagen van zijn leven.

Het zorgt voor de eerste immunisering van de pasgeborene tegen talrijke virussen en bacteriën en helpt de darmen te bevolken met 'goede' bacteriën. Colostrum bevat meer eiwitten en vitamine A dan latere moedermelk. Bovendien werkt het laxerend en helpt de pasgeborene om het meconium te elimineren (de eerste donkere poep). Dit draagt bij aan het voorkomen van geelzucht bij baby's.

Na een paar dagen verandert het colostrum in gewone moedermelk. De melkproductie stijgt en de borsten voelen vol, hard en zwaar aan. Dit noemen we 'zogvorming'. De samenstelling van de moedermelk verandert tijdens het voeden.

De eerste melk komt aan het begin van de voeding. Deze is witachtig, waterachtig en rijk aan eiwitten, lactose, mineralen en water. De laatste melk komt aan het einde van de voeding. Deze is witter en minder transparant dan de eerste melk, omdat hij meer vetten bevat. De laatste melk geeft dan ook veel energie.

Een pasgeborene heeft zowel de eerste als de laatste melk nodig om te groeien en zich te ontwikkelen.

Hormonen zijn essentiële ingrediënten

Moedermelk wordt geproduceerd dankzij de werking van hormonen en zenuwreflexen. Door onmiddellijk na de bevalling met borstvoeding te starten en je baby vaak te voeden, zorg je ervoor dat op het juiste moment de juiste hoeveelheid moedermelk geproduceerd wordt.

Prolactine en oxytocine zijn de twee hormonen die via het bloed de melkklier bereiken en de melkproductie en de afgifte ervan activeren.

Waar moet je op letten tijdens de borstvoeding?

De tekenen van een goed begin:

  • de kin moet de borst raken
  • de mond moet goed geopend zijn
  • de onderlip krult naar onderen
  • er is meer van de tepelhof boven dan onder de mond zichtbaar

De tekenen van doeltreffend zuigen:

  • de baby zuigt langzaam en intensief
  • de wangen zien er vol en rond uit
  • het kind drinkt rustig
  • het kind houdt zelf op met drinken en lijkt voldaan
  • de moeder voelt geen pijn

De juiste houdingen

  • Houding van de moeder: comfortabel, met goed ondersteunde rug, voeten en borsten
  • Houding van de baby: het hoofdje ligt in het verlengde van het lichaam van het kind, het gezicht van de baby is naar de borst gericht, de neus voor de tepel, de moeder houdt het lichaam van de baby tegen zich aan
  • als het een pasgeborene is, wordt aangeraden om het hele lichaam en niet alleen het hoofdje en de schouders te ondersteunen

De tekenen van een goed verlopende borstvoeding

  • De baby's luier is regelmatig vol
  • De baby wordt zwaarder
  • De baby heeft veel energie

Verzorging van de borsten

Je hoeft je borsten niet te wassen voordat je borstvoeding geeft. Zeep kan het natuurlijke, beschermende vetlaagje van de huid van de tepel en de tepelhof verwijderen.

Kimberly-Clark ne garantit pas l'exhaustivité ou l'exactitude de ces informations. Ces informations ne doivent être utilisées qu'à titre indicatif et ne doivent pas se substituer aux conseils d'un médecin ou d'un autre professionnel de la santé.